Het Egyptische pantheon omvat meer dan vijftig verschillende godheden, waarvan de meeste dateren uit pre-dynastische tijden. De stammen die destijds de regio bevolkten aanbaden hun eigen afzonderlijke goden, die normaal gesproken het lichaam van een dier hadden. Naarmate de Egyptische beschaving zich ontwikkelde, namen de godheden menselijke eigenschappen aan. In veel gevallen werden de goden afgebeeld met menselijke lichamen, maar behielden zij hun dierenhoofden. Aan het begin van de Dynastie van het Oude Koninkrijk (3100 voor Christus) ontwikkelde zich uit de primitieve lokale en stamgebonden religies een nationale religie. Veranderingen in politieke machtsverhoudingen resulteerden echter in een veranderende status van de Egyptische goden. In het algemeen kan gezegd worden dat wanneer steden of regio's politiek dominanter werden, ook hun goden op de voorgrond traden.